Een organisatie sprankelt van energie wanneer er stroming en beweging is vanuit het potentieel. Deze beweging komt vooral tot stand door het potentieel van de medewerkers goed te gebruiken en je te richten op degenen die willen en enthousiasme meebrengen. Zie deze organisatieleden niet in termen van het functioneren uit hun verleden, maar als individuen met hun potentiële mogelijkheden die tot wasdom mogen komen.

Mensen worden niet ziek van hard werken als ze mogen werken met hun hart, met waar ze voor staan en met wat ze kunnen. Doordat er een gezamenlijke bedoeling is gecreëerd zijn de collega’s die willen, nu verbonden met jouw hart op een dieper niveau.

Het menselijk potentieel in een organisatie is enorm. Maar dat is niet datgene wat vaak in kaart gebracht wordt, of bij benadering ingezet wordt. Hoe veel ‘eenvoudige’ werknemers zijn in hun vrije tijd bestuurslid van een plaatselijke sportvereniging, of hebben een complexe hobby waarbij ze al hun talenten inzetten. De zakelijke potentie van jouw talenten is waarschijnlijk groter dan je tot nu toe benut.

In veel organisaties zijn hierbij blinde vlekken waardoor de potentie van de medewerkers niet tot zijn recht komen. In LEAN noemt men dit de verspilling van talent. LEAN spreekt van flow, verspilling van energie en dat soort zaken. Als je niet kijkt naar het potentieel, richt je je juist op het tegenovergestelde. Dat creëert een negatieve spiraal. Je kunt je niet richten op falen, omdat dan de angst in het systeem wordt aangewakkerd. En falen is altijd een subjectieve houding ten opzichte van iets, wat een te nauwe blik op de situatie geeft. Zie ook sleutel 2.